Ik ben Paul Vos en vrijwilliger op het Instrumentendepot van het Leerorkest. Hoe is dat zo gekomen, zult u zich afvragen…
Vanwege mijn respectabele leeftijd (61) ben ik in de gelegenheid om 1 dag minder te werken. Aangezien het voor mijn werkgever het beste uitkwam op een maandag, mag ik deze dag vullen met een door mijzelf gekozen activiteit. Nu is het zo dat op maandag de winkels later opengaan, de musea dicht zijn, en andere activiteiten ook nog niet aan de orde zijn (te denken valt aan oppasopa voor een kleinkind, etc.). Ik was dus op zoek naar een leuke invulling van deze dag.
Bij toeval kwam ik tijdens het zappen op de zender AT5 terecht. Hier kwam een docu voorbij over het Instrumentendepot, waarin Koningin Maxima de Amalia-viool overhandigde aan het Leerorkest. Ik was meteen verkocht, had nog geen weet van het bestaan ervan. Op de website meldde ik mijzelf gelijk als vrijwilliger aan. In november 2015 kon ik beginnen bij Rodney op het koperatelier.
Ik heb verstand van mechaniekjes en kan goed met mijn handen werken
Waarom sprak het mij zo aan? Ik luister ontzettend veel naar muziek (ja,ja, nog geen klassiek) en weet dat het bespelen van een instrument samen met anderen ontzettend belangrijk is voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Daarnaast ben ik best wel handig, heb verstand van mechaniekjes, kan goed met mijn handen werken en met de machinale van het hout- en metaalbewerken ben ik bekend. Kortom een ideale combinatie.
Het handig zijn heb ik geleerd op een MBO-opleiding voor fijnmechanische techniek. Ook een nooit afgeronde opleiding meubelmaker heeft een bijdrage geleverd. Ik ben gecertificeerd voor het werken op een machinale bij SHM.
Het belang van muziek maken voor kinderen heb ik voor het eerst mogen ervaren in de rijksinrichting Lloyd Hotel te Amsterdam. Ik heb daar 14 jaar gewerkt als werkmeester op een werkzaal algemene technieken. Ernstig criminele jongeren kregen daar ook les in het gezamenlijk muziek maken. Hierbij werd een beroep gedaan op bij hen nog niet voldoende ontwikkelde vaardigheden, zoals samenwerken, naar elkaar luisteren, beurt nemen, instructie ontvangen en het uitvoeren daarvan. Ik heb wat loze uurtjes gevuld met het meespelen op de ritme-instrumenten. Ik hanteerde de tamboerijn op het snelle stuk in Bob Marleys No woman, no Cry, en daar bleef het dan eigenlijk ook bij (muziek maken kan ik nog steeds niet).
Eigenwaarde en zelfrespect, hoe pril ook, werden beleefd
Ik heb echt met eigen ogen en oren gezien wat samen musiceren kan doen met jonge mensen. In deze setting gingen deze jongens ‘open’ en kwamen veel frustraties naar buiten. Ook succeservaringen, o zo belangrijk in je ontwikkeling, konden eigenlijk voor het eerst gevoeld worden. Eigenwaarde en zelfrespect, hoe pril ook, werden beleefd. Niet onbelangrijk voor een ‘mislukt’ kind.
En nu het bijna tegenovergestelde: sinds 16 jaar ben ik docent techniek op een praktijkschool voor ernstig auditief beperkte leerlingen en geef technieklessen in de Nederlandse Gebarentaal als communicatiemiddel. Deze leerlingen hebben dat nodig, zij zijn immers doof! Deze beperking brengt met zich mee dat de informatievoorziening stokt, het spreken en lezen zeer lastig te ontwikkelen is en het what you see is what you get principe geldt: informatie komt (voornamelijk) binnen middels het zien. Niet oor in oor uit, maar oog in oog uit. En visuele informatie alleen is een slechte informatievoorziening. Muziek zie je niet! Dus voor hen geen muziek, hoogstens wat voelen van de bassen met behulp van een ballon.
Voor mijn (dove) leerlingen dus niet de lol van het samen musiceren
Voor mijn leerlingen dus niet de lol van het samen musiceren, niet de lol van samenwerken, niet de lol van ontwikkelen van deze en velerlei andere vaardigheden. Dit alles heeft betekenis voor ontwikkeling van het gedrag. Dit gegeven in samenspel met het puberen, zorgt ervoor dat deze leerlingen ernstige problemen hebben op het gebied van het begrijpen van de wereld om hen heen, van zichzelf in deze wereld, en dus van jezelf staande kunnen houden in deze maatschappij.
Bij het Leerorkest ben ik begonnen bij het koper. Ik heb hier veel mogen leren van Rodney en Peter. Het aller-leukste vind ik het overleg over hoe je een reparatie zou kunnen uitvoeren. Hierin is veel interactie noodzakelijk en bieden we elkaar de helpende hand. Ook het fenomeen dat het kan gebeuren dat je lange tijd een priegelwerkje aan het doen bent zonder dat je met anderen aan het spreken bent is een goede. Eén zijn met je reparatie, lijkt wel yoga!
In het koperatelier zijn reeds een aantal hulpgereedschapjes van mijn hand in gebruik
Omdat ik op de maandag maar 5 uurtjes op het depot aanwezig ben, doe ik in mijn vrije tijd ook nog wel iets, bijvoorbeeld het maken van tooltjes en hulpgereedschapjes. Deze zijn of niet of moeilijk te koop en vreselijk duur. Het atelier heeft niet voldoende financiën om deze zelf aan te schaffen, en ik vind het leuk om, in mijn eigen tempo, hier een bijdrage aan te leveren. In het koperatelier zijn reeds een aantal gereedschapjes van mijn hand in gebruik.
Nu werk ik sinds een week of 4 bij de strijk, om ook weer wat nieuwe ervaringen op te doen en nieuwe mensen te leren kenen. Ook van Ramiro leer ik veel en misschien heb ik t.z.t. hem nog wat te leren.
Kortom, ik werk voor het Instrumentendepot omdat ik ervaren heb dat gemis van auditieve informatie desastreus kan zijn voor een mensenleven, en dat muziek een voorwaarde is om jezelf als persoon te ontwikkelen: emoties beleven, samenspelen, enzovoorts. Hieraan wil ik graag mijn bijdrage leveren voor die kinderen die zichzelf nog aan het ontwikkelen zijn. In het samengaan met mijn knutselvaardigheden is dit depot voor nu mijn goede plek.
Paul Vos