Muzikanten in de klas. Leerorkest op de OSB

NieuwsVerhalen

Marion Kruisbrink schreef dit beeldende verslag voor de glossy die verscheen ter gelegenheid van het afscheid van Thijs Kramer als dirigent van het Concertkoor Baarn op 4 november jl. Als afscheidscadeau zamelde dit koor geld en instrumenten in voor het Instrumentendepot.

Leerlingen slenteren naar buiten. Een enorm pakket wrikt zich juist door de deur naar binnen. Gympen torsen iets dat het meest doet denken aan een reusachtig insectenschild. Een knotje wiebelt er nog net bovenuit. In een ovaalvormig lokaal, met wat instrumenten op de kasten en aan de muren, hijst ze het schild van haar rug en ritst het open. Een blankhouten harp komt tevoorschijn. En wat losse onderdelen, die moeten er nog aan geschroefd.
Naast het meisje met de harp, zitten twee andere meisjes, de een met een viool, de ander met een cello. Daar tegenover de blazers, een blokfluit, dwarsfluit, twee hobo’s, een trompet. Vooraan drums, elektrische gitaar en een trombone. De muzikant gaat bijna schuil achter het glinsterende instrument. Een pet met klep verhult de rest. Dirigent Lucas geeft het teken. Geroezemoes sterft weg, het Leerorkest van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer gaat beginnen.
Gelijktijdig blaast, strijkt en tokkelt het orkest een aantal toonladders. Dan het stuk, een bewerkte soundtrack van de film Titanic. In een korte pauze klikt Lucas een tv scherm aan. Een boot klieft door de golven. Op de plecht Leonardo de Caprio die met zijn armen wijd, opgetogen naar de horizon tuurt.
Het orkest gaat verder. Het is de eerste keer dat ze dit spelen. Het klinkt razend goed.

Leerorkesten

Als directeur van Muziekcentrum Zuidoost constateert Marco de Souza dat voor veel kinderen muziekles niet vanzelfsprekend is. En dat is jammer, want (samen) muziek maken is niet alleen goed voor de ontwikkeling, het is ook zo leuk!
Gedreven door zijn ervaringen met het geven van muziekles in de sloppenwijken van Sao Paolo, vindt Marco de Souza dat je daarom muziek naar de kinderen moet brengen, in plaats van kinderen naar muziekles. En dat net als leren lezen en schrijven, muziek maken erbij hoort. Voor iedereen. Zonder de vraag te stellen of het kind nu wel of geen talentje in de dop is. De Souza besluit daarom leerorkesten op te richten.

In 2005-2006 vond in Amsterdam Zuidoost de pilot plaats voor het allereerste Leerorkest voor kinderen op de basisschool. Het bleek een enorm succes. Inmiddels zijn er leerorkesten in het hele land. Op de scholen waar leerorkesten zijn opgericht, krijgen de kinderen een keer per week muziekles en spelen ze samen in een orkest. Laagdrempelig, onder schooltijd of tijdens de naschoolse opvang, in groepsverband.

Als de kinderen voor het eerst beginnen, mogen ze een instrument kiezen en uitproberen. Daarna maken ze kennis met klassieke muziek op een manier die dichtbij ze staat. Door het luisteren naar soundtracks uit populaire films, zoals Harry Potter bijvoorbeeld en door het vertellen van verhalen. De kinderen wordt uitgelegd dat een orkest net zoiets is als een voetbalclub. Daar heb je niet alleen maar spitsen nodig, maar iedereen doet mee op zijn of haar manier. En je hebt regels. In een orkest is ieder instrument nodig. Het leert kinderen naar elkaar luisteren en samenwerken. Musiceren maakt volgens De Souza van kinderen spelers in plaats van buitenstaanders.

Instrumentendepot

Sinds 2014 is ook het landelijk Instrumentendepot Leerorkest actief met als doel leerorkesten en soortgelijke initiatieven van muziekinstrumenten te voorzien. Het Instrumentendepot is ondergebracht in een aparte stichting. Het depot onderhoudt en repareert de instrumenten en biedt daarbij werkervaringsplekken voor (onder andere) mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt.
In samenwerking met het Jeugdfonds Sport & Cultuur kunnen ook kinderen die niet in een leerorkest zitten, toch een instrument lenen uit het Instrumentendepot.
De gemeente Baarn werkt sinds kort samen met dit fonds, waardoor nu ook Baarnse kinderen gebruik kunnen maken van de muziekinstrumenten. In 2017 speelden naar schatting 7.200 kinderen op een instrument van het Instrumentendepot.

‘My hart will go on’

Sibrand zit pas drie weken bij het Leerorkest. Geconcentreerd blaast hij zijn partij. Tijdens een jazzconcert viel hij als een blok voor de trompet. ‘Dat geluid,’ zucht hij verzaligd.
Twee meisjes praten over ‘My hart will go on’, de soundtrack uit Titanic. Die van de Game of Thrones vond ik ook wel goed, zegt de een. De ander knikt, ze vindt het ook.
‘Ik word altijd zo rustig als ik speel,’ vertelt het meisje met de harp. Eigenlijk wilde ze liever piano spelen, maar dat kon niet, die heeft het Instrumentendepot niet. Veel uitmaken doet het ook eigenlijk niet. ‘Ze lijken ergens wel wat op elkaar.’
Het is tijd, de les is afgelopen. Ook de cello moet weer ingepakt. Ze speelt al vanaf de vijfde klas van de lagere school in een leerorkest, vertelt ze en strijkt het lange zwarte haar achter haar oren. ‘Als ik speel,’ zegt ze, ‘dan kan ik alles vergeten.’
Junior zit in de vierde en steekt een kop  boven de andere leerlingen uit. Zijn instrument is de elektrische gitaar. Hij moet nog zien hoe het gaat als hij straks van school gaat, want dan heeft hij geen gitaar meer, nou ja, geen elektrische. Hij wil best even op de foto, maar in lachen is hij niet zo goed. Hij pakt zijn gitaar van de standaard. Hij straalt.