Spelen in een orkest, voor een brede ontwikkeling van ieder kind
Het revolutionaire Leerorkest-concept werd ontwikkeld in 2005 in nauwe samenwerking met basisscholen in de Bijlmer. De basis van het muziekeducatieprogramma is ‘het symfonieorkest’. Deze vorm van samenspelen is geschikt voor grote groepen kinderen: Ieder kind kan meedoen.
Samenwerking, gezamenlijk iets moois neerzetten, behoort tot de belangrijkste vaardigheden voor de 21e eeuw. Dat is wat wij kinderen mee willen geven. Waar kun je dat beter leren dan in een orkest? Waar je naar elkaar luistert. Ieder een rol én verantwoordelijkheid heeft. Om daarna samen applaus te oogsten. Dáár groei je van.
De muziekinstrumenten
Op onversterkte akoestische instrumenten maken de kinderen zelf het geluid en ervaren ze direct het effect van blazen, strijken of tokkelen. Met een Leerorkest op de basisschool kunnen leerlingen kiezen uit (een selectie van) instrumenten uit het symfonieorkest: viool, altviool, cello, dwarsfluit, klarinet, hobo, fagot, trompet, trombone, hoorn, contrabas, harp en slagwerk. In het voortgezet onderwijs organiseert het Leerorkest ook bands en hiphoporkesten. Daarin spelen sommige leerlingen ook andere instrumenten, zoals saxofoon, gitaar, drums of piano.
Leerorkest-repertoire
Met het Leerorkest spelen de kinderen allerlei muziekstijlen. In het begin spelen ze bewerkte kinderliedjes – uit alle windstreken -, maar al snel ook pop-, game- en filmmuziek, naast klassieke orkeststukken. De muziekstukken worden speciaal gecomponeerd op het niveau van de kinderen. Hiervoor werkt het Expertisecentrum samen met diverse componisten.