De sociale impact van het Leerorkest

InterviewNieuws

Het Leerorkest is een muzikaal en sociaal project. Wat hoort er allemaal bij die sociale kant?

We vragen het aan Jacco Minnaard, hoofd educatie van het Leerorkest. Hij vertelt over de sociaalpedagogische aanpak en ervaringen in Amsterdam.

‘Bij samen muziek maken komt zoveel meer kijken dan het onder de knie krijgen van je instrument en het bekende noten leren lezen. Het Leerorkest is voor kinderen ook bij uitstek een opening naar de rest van de wereld. Muziek maken verbindt. We slaan bruggen, openen deuren, brengen een grote muzikale rijkdom dichtbij. Voor veel kinderen die wij bereiken is dat niet allemaal vanzelfsprekend. Maar je wil ze wel die kansen bieden.’

‘Het Leerorkest heeft altijd oog gehad voor de omgeving van de kinderen. Hoe kom je tot leren? Wij zien dat het begint bij de basis. Als kinderen bijvoorbeeld uit een moeilijke thuissituatie komen dan is het moeilijk om te leren. Daar zijn we ons bewust van en het heeft consequenties voor hoe we naar het gedrag van kinderen kijken. Bij een grote groep kinderen ontbreekt het aan de randvoorwaarden om alleen al met muziekles te beginnen, die komen niet vanzelf op de muziekschool terecht. Daarom beginnen wij ook op de basisschool – in groep 5, op school, onder schooltijd. Heel dichtbij.’

Alles begint met een positief en veilig leerklimaat

‘Heel veel begint natuurlijk bij de muziekdocent. De docenten die voor het Leerorkest werken, krijgen speciaal training aangereikt op sociaalpedagogische vaardigheden. Zoals herkennen als er iets speelt bij een leerling of in een groep. In het nieuwe curriculum van het Leerorkest voor de basisschool staan ook nadrukkelijk leerdoelen die naast muzikale prestaties ingaan op zaken als de relatie docent – leerling, veiligheid in de groep en groepsvorming. Alles begint met een positief en veilig leerklimaat.’

‘Om bruggen te slaan werken we samen met een groot aantal partners: grote culturele instellingen zoals het Nederlands Philharmonisch Orkest|Nederlands Kamerorkest en Het Concertgebouw, maar ook met klassieke festivals zoals het Dutch Harpfestival, Hello Cello en de Strijkkwartet Biënnale. Met Nieuw Vocaal Amsterdam hebben we het Leerkoor opgericht. Jonge musici van het NJSO (Nederlands Jeugd Strijkorkest) en het NBE (Nederlands Blazers Ensemble) nemen groepjes leerlingen onder hun hoede. En bij al die projecten betrekken we steevast ook de ouders.’

We willen liefst het hele gezin bereiken

‘Ouderparticipatie is echt een speerpunt voor ons geworden. Ouders zijn natuurlijk van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van kinderen. Weten hoe de muziekles werkt, tips krijgen hoe je je kind stimuleert te oefenen en als ouder trots zijn bij een concert: hoe leuk is het als je je kind kan begeleiden in het muziek maken en als je mee kan doen samen met andere ouders, bijvoorbeeld in een koor van ouders? We willen liefst het hele gezin bereiken, dus nodigen wij ze actief uit. Dan wordt voor allemaal de wereld een stukje groter.’

‘Deel uitmaken van een grotere wereld, dat is belangrijk. De uitreiking van de Boy Edgar Jongerenprijs is een mooi voorbeeld, daardoor maken leerlingen kennis met een verzetsheld uit Zuidoost die huisarts was en jazzmusicus en krijgen verhalen mee over de oorlog. Hiervoor werken we samen met de wijkorganisaties ProFor en Stadsdorp Goud. We doen ook altijd mee met 4 en 5 mei activiteiten. Met de organisatie Cordaan, die in alle stadsdelen verzorgingstehuizen hebben, organiseren we optredens voor en uitwisseling met ouderen. Ook dat is het sociale gezicht van het Leerorkest.’

Onze Projectleider Sociaalpedagogische Aanpak zet veel in beweging

‘Om die sociale activiteiten goed vorm te geven is twee jaar terug een Projectleider Sociaalpedagogische Aanpak aangesteld, Lorenzo van Dijk. Hij is – samen met onze locatiemanagers – de stuwende kracht achter deze projecten en samenwerkingen. Met grote betrokkenheid en een enorm netwerk zet hij veel in beweging. Er is een breed scala aan samenwerkingen ontstaan. We werken samen met bijvoorbeeld sportbuurtwerk, voedselbanken, zorginstellingen en het welzijnswerk. Verbinding in de buurt is belangrijk en dat werpt zijn vruchten af. En dat ene telefoontje om ouders persoonlijk te spreken, of een leerling weer komt, hoe het gaat, kan een wereld van verschil maken.’